Wat Is Insuline en Hoe Werkt Het? + 10 Tips voor Diabetici

Het belang van insuline

Insuline is een hormoon die het voor je lichaam mogelijk maakt om glucose te gebruiken als energie.

Het wordt aangemaakt in de alvleesklier (pancreas), een orgaan wat gedeeltelijk achter de maag en twaalfvingerige darm verscholen ligt. De pancreas maakt tevens spijsverteringssappen en het hormoon glucagon aan.

Als je gegeten hebt dan worden de koolhydraten als het ware opgeknipt tot kleine suikerdeeltjes (glucose). Deze worden door het bloed opgenomen waarmee de bloedglucose stijgt.

De cellen moeten deze glucose uit het bloed opnemen.

Insuline zorgt er voor dat de cellen dit kunnen doen.

Insuline is als het ware de sleutel die de deurtjes van de cellen open zet zodat deze de glucose binnen kunnen laten.

Wat insuline in ons lichaam doet:

Insuline en diabetes type 1

Bij mensen met diabetes type 1 maakt de alvleesklier geen insuline meer aan. Dit komt omdat het eigen afweersysteem de alvleesklier heeft aangevallen, het ziet de insuline producerende cellen aan als indringers. Met andere woorden: het is een auto-immuunziekte.

De meeste mensen met diabetes type 1 hebben de diagnose al op jonge leeftijd gekregen maar het komt ook voor dat deze ziekte zich pas op volwassen leeftijd ontwikkeld.

Bij diabetes type 1 is het noodzakelijk dat er insuline wordt gespoten. Indien dit niet gebeurt dan kan de glucose niet uit het bloed worden opgenomen en ontstaat er een levensbedreigende situatie.

Diabetes type 1 is niet te genezen, er zal altijd insuline gespoten moeten worden.

Aan de horizon gloort wel hoop. Er wordt momenteel een kunstmatige alvleesklier ontwikkeld die de taken van een echte alvleesklier kan nabootsten zodat er altijd precies voldoende insuline en glucagon wordt afgegeven. Op dit moment worden er (veelbelovende) testen gedaan met de kunstalvleesklier maar het zal naar alle waarschijnlijkheid nog 2 jaar duren voordat deze op de markt komt.

Insuline en diabetes type 2

In Nederland hebben 1,2 miljoen mensen diabetes type 2. Hiervan weten ongeveer 100.000 mensen nog niet dat ze het hebben, de klachten zijn (door een arts) nog niet in verband gebracht met diabetes.

Diabetes type 2 heeft ook met insuline te maken, maar deze aandoening heeft wel een belangrijk verschil met diabetes type 1. Bij diabetes type 2 is de alvleesklier (in tegenstelling tot diabetes type 1) wel instaat om insuline aan te maken, het lichaam is echter ongevoelig geworden voor insuline.

Door deze ongevoeligheid (of weerstand) voor insuline blijft er te veel glucose in het bloed waardoor de bloedsuikers (chronisch) te hoog blijven. Het zijn deze hoge bloedsuikers die voor de gezondheidsproblemen zorgen die met diabetes type 2 samenhangen.

Bij diabetes type 2 gaat de alvleesklier steeds meer insuline aanmaken – voor hetzelfde effect – omdat de bloedglucose te hoog blijft.

Na verloop van jaren raakt de pancreas als het ware uitgeput en gaat het juist minder insuline aanmaken. Het is op dat moment ook voor mensen met diabetes type 2 nodig om insuline te gaan spuiten en/of medicijnen te gebruiken.

Besef dat insuline spuiten een vorm van symptoombestrijding is! Diabetes type 2 kan je veel beter behandelen door het probleem bij de oorzaak aan te pakken, met insuline spuiten hou je diabetes alleen maar in stand. Hoe je dat kunt doen lees je bij de tips.

Diabetes type 2 ontwikkeld zich meestal pas op latere leeftijd. Het wordt daarom ook wel ouderdomssuiker genoemd.

Tegenwoordig komt het wel steeds vaker voor dat mensen die in de 20, 30 of 40 zijn al de diagnose diabetes type 2 krijgen.

Dit is in veel gevallen (niet altijd) te wijten aan verkeerde leefstijl en eetgewoonten.

Prediabetes

Je zult niet van de ene op de andere dag diabetes type 2 krijgen. De fase die aan diabetes type 2 vooraf gaat wordt prediabetes genoemd. De bloedsuikers zijn dan al verhoogd maar nog niet zo hoog dat er gesproken wordt over diabetes type 2.

Indien prediabetes geconstateerd wordt dan is door leefstijl aanpassingen te voorkomen dat dit overgaat in diabetes type 2.

Insulineresistentie

Een belangrijk kenmerk van prediabetes is insulineresistentie. Het lichaam reageert dan niet meer goed op insuline terwijl dit nog wel wordt aangemaakt door de pancreas.

Bij prediabetes kunnen er ook al enkele klachten zijn die mensen met diabetes type 2 ook hebben.

Het is niet helemaal duidelijk waarom sommige mensen insulineresistentie ontwikkelen terwijl anderen dit niet doen. Wel duidelijk is dat een gezonde leefstijl en een gezond gewicht de kans op het ontwikkelen van insulineresistentie, en daarmee diabetes type 2, verlagen.

Indien er veel vetten in de bloedbaan zitten dan kan dit voorkomen dat de cellen goed kunnen reageren op insuline, zo blijkt uit een aantal onderzoeken (bron, bron, bron). Te veel eten, obesitas en overgewicht hebben dan ook een sterke correlatie met insulineresistentie (bron, bron, bron, bron).

Visceraal vet doet de vetten in het bloed stijgen en maakt hormonen vrij – met een inflammatie werking – die de insulineresistentie verhogen (bron, bron, bron).

Het is (nog) niet helemaal duidelijk of overgewicht en obesitas insulineresistentie veroorzaken of andersom. Insulineresistentie kan namelijk ook voorkomen bij mensen met een normaal gewicht, al komt het wel vaker voor bij mensen met overgewicht (bron).

In de V.S. heeft 32% (bron) van de populatie insulineresistentie terwijl dit percentage bij mensen met obesitas op 70% ligt(bron)

Zonder ingrijpende leefstijl aanpassingen zal 70% van de mensen met prediabetes of insulineweerstand uiteindelijk diabetes type 2 krijgen (bron).

Huidaandoening door ophoping van insuline

Insulineresistentie is soms te herkennen aan een huid die donker verkleurt (hyperpigmentatie) en verdikt (hyperkeratose). Dit wordt acanthosis nigricans genoemd en de donkere plekken ontstaan meestal op de achterkant van de nek, bij de oksels en de liezen. Waarschijnlijk komt dit door ophoping van insuline in de huidcellen.

Meestal wordt insulineresistentie pas opgemerkt naar aanleiding van een bloedonderzoek. Als je niet regelmatig je bloed laat controleren kan het gebeuren dat je al jaren – zonder het te weten – insulineresistentie hebt.

Controle op (pre)diabetes zou je vanaf je 40^e levensjaar regelmatig moeten laten doen. Dit naast controle op andere gezondheidsmarkers zoals het cholesterol en de bloeddruk.

HbA1c (Hemoglobine A1c) gehalte in het bloed

Om te bepalen of je prediabetes of diabetes hebt wordt gekeken naar het HbA1c (Hemoglobine A1c) gehalte in het bloed. Dit is een waarde die als het ware een gemiddelde van de bloedglucose aangeeft. Dit zegt meer dan een meting van de bloedglucose, wat slechts een moment opname is en sterk afhankelijk is van het moment waarop voor het laatst gegeten is.

Een andere manier is kijken naar je glucosewaarden terwijl je nuchter bent. Dit kan met een vingerprikje gedaan worden. Indien de bloedglucose te hoog is dan moet het bloed opnieuw getest worden door een laboratorium om zeker te zijn.

Een betrouwbare manier om insulineresistentie vast te stellen is door te kijken naar de verhouding tussen insuline en glucose in het bloed. Als er veel insuline in het bloed aanwezig is terwijl de bloedglucose hoog is dan komt dit omdat het lichaam niet meer goed op insuline reageert.

De HOMA-index geeft de verhouding tussen glucose en insuline. De HOMA-index:

Om je HOMA-index (te laten) berekenen moet je insuline en glucose in je bloed worden gemeten. Een dergelijke bloedmeting kan je bijvoorbeeld hier aanvragen.

Oorzaken insulineresistentie

Er is een correlatie tussen overgewicht en insulineresistentie, het is niet duidelijk of dit ook een oorzaak is. Mogelijke oorzaken van insulineresistentie zijn in ieder geval:

Insulineresistentie en het metabool syndroom

Naast diabetes type 2 is er ook een duidelijk verband tussen insulineresistentie en het metabool syndroom.

Het metabool syndroom is een verzamelnaam voor een reeks van gezondheidsproblemen die met elkaar te maken hebben. Deze zijn een hoge bloeddruk, centrale obesitas (buikobesitas), hoge bloedsuikers, lage HDL cholesterol waarden (het goede cholesterol) en hoge bloedtriglyceriden (bron).

In plaats van het metabool syndroom wordt ook wel gesproken over het insuline-resistentiesyndroom (IRS) of stofwisselingssyndroom.

Mensen met insulineresistentie of het metabool syndroom hebben bijna dubbel zoveel kans op hart- en vaatziekten (bron).

Andere ziekten die in verband staan met insulineresistentie zijn kanker, de ziekte van Alzheimer, PCOS en niet alcoholische leververvetting (NAFLD en NASH) (bron, bron, bron, bron).

Door de ontwikkeling van insulineresistentie te stoppen kunnen veel gevallen van diabetes type 2 en het metabool syndroom voorkomen worden.

Insuline en vetopslag

Insuline zorgt voor het  regelen van je bloedglucose. De insuline in de bloedbaan zorgt ervoor dat de cellen glucose opnemen.

Indien er veel glucose in de bloedbaan aanwezig is dan zijn de insulinewaarden hoog. Dit is voor het lichaam het teken om vet op te gaan slaan. Er is – gezien de hoge insulinewaarden – immers al voldoende energie in het lichaam aanwezig, er kan dus gewerkt worden aan de lange termijn opslag van energie: de vetvoorraden.

Wat je dan ook bij 90% van de mensen met diabetes type 2, die insuline spuiten, ziet is dat zij overgewicht hebben. Het lichaam wordt door de hoge insulinewaarden voor de gek gehouden en denkt dat er veel energie in het lichaam is waardoor het vet gaat opslaan.

Omdat het lichaam ongevoelig is voor insuline wordt dit ‘opgelost’ door extra insuline in het systeem te brengen.

Dit zorgt overgewicht waarmee er een nog grotere ongevoeligheid voor insuline ontstaat.

Een probleem wat zichzelf in stand houdt; tenzij deze vicieuze cirkel doorbroken wordt. Dit kan gedaan worden met leefstijl aanpassingen.

Soorten insuline

We maken onderscheid tussen verschillende soorten insuline. Ze doen allemaal hetzelfde: zorgen voor de opname van glucose uit het bloed. Het verschil zit hem in hoe snel ze werken en hoe lang ze werken. Door hier rekening mee te houden kan gedurende de dag de bloedglucose beter stabiel gehouden worden.

Er zijn de volgende soorten insuline:

Verder zijn er nog allerlei mixen van bovenstaande insuline soorten op de markt zodat je, bijvoorbeeld, maar 2 maal per dag insuline hoeft te spuiten.

Insuline kan je overigens niet slikken. Je zult het altijd moeten spuiten.

Dit kan met een insulinespuit maar je kunt ook kiezen voor een insulinepomp (wordt vaak gedaan bij diabetes type 1).

Hoeveel insuline nodig is en het type zal een arts bepalen. Het is blijft altijd een kwestie van zelf regelmatig de bloedglucose meten om te bepalen wanneer het nodig is om (extra) insuline toe te dienen. Wat je eet, drinkt en hoe actief je bent geweest zijn hierop van invloed.

Hypoglykemie

Mensen met diabetes hebben een verhoogd risico op hypoglykemie, ook wel hypo genoemd. Dit is een situatie waarin de bloedglucose te laag is geworden of te sterk schommelt.

Een hypo kan zich voordoen indien er te veel insuline is toegediend bij een (te) lage voedsel inname en komt voor bij insuline afhankelijke diabeten.

Door te weten wat de symptomen van een hypo zijn kan je deze tijdig leren herkennen. In het begin kan je last krijgen van:

Als je dit merkt moet je direct iets (zoets) eten of iets zoets drinken. Neem in ieder geval nooit insuline, dit zal de problemen verergeren. Doe je dit niet of is dit niet mogelijk dan zal je last krijgen van de volgende (alarmerende) symptomen:

Indien er nog geen actie wordt ondernomen (door iets te eten) dan kan de situatie levensbedreigend worden. De symptomen zijn dan:

Insuline afhankelijke diabeten moeten preventief altijd wat snelle suikers bij zich hebben, voor het geval van een hypo. Een blikje frisdrank of pakje vruchtensap is al voldoende.

Ook een glucagon pen kan een reder in nood zijn en deze zou je als insuline afhankelijke diabeet altijd bij je moeten hebben.

Indien – bij een hypo – (druiven)suiker niet helpt dan kan er met een glucagon pen een injectie van dit hormoon worden gegeven indien het bewust zijn verloren dreigt te gaan. Glucagon doet het tegenovergestelde van wat insuline doet en 10 minuten na toediening moet er al verbetering optreden.

Glucagon

Glucagon is een hormoon wat samen met het hormoon insuline de bloedglucose binnen een nauwe bandbreedte moet houden. Net zoals insuline wordt glucagon door de pancreas aangemaakt.

Insuline en glucagon werken samen via een negatieve feedback loop. Insuline triggert glucagon en glucagon triggert op zijn beurt weer glucagon enz. Glucagon geeft tegengewicht aan de werking van insuline.

Hyperglykemie

Hyperglykemie (hyper) is het tegenovergestelde van een hypo.

Het is een situatie waarin de bloedglucose juist te hoog is en mensen met diabetes hebben hier een verhoogde kans op.

Een hyper kan verschillende oorzaken hebben of veroorzaakt worden door een combinatie van deze oorzaken:

Symptomen van een hyperglykemie

Je kunt een hyper herkennen aan de volgende symptomen:

Indien de bloedglucose verder oploopt dan krijg je last van de volgende symptomen:

De bloedglucose kan zo hoog oplopen dat je ervan kan flauwvallen of in een coma kan raken.

Bij een hyper mag je niets meer eten, daarmee wordt de bloedglucose alleen maar hoger. Je kunt wel veel water drinken zodat het lichaam via de urine het overschot aan glucose via de urine kan afvoeren. Het helpt ook om te gaan bewegen, hiermee verbranden je spieren glucose.

Als je insuline gebruikt dan moet je insuline toedienen om de bloedglucose te laten dalen. Meet je bloedsuikers om te bepalen hoeveel insuline je nodig hebt.

Effecten van insuline op het lichaam

Het mag duidelijk zijn dat insuline betrokken is bij het reguleren van de bloedglucosewaarden. Dat is echter niet het enige wat insuline in het lichaam doet. Het is een essentieel onderdeel van je metabolisme en zonder insuline kan het lichaam niet meer functioneren.

Insuline zorgt er ook voor dat de lever, de spieren en de vetcellen glucose (in de vorm van glycogeen) kunnen opslaan die niet direct nodig is, zodat het op een later tijdstip gebruikt kan worden. De lever laat tussen de maaltijden door kleine hoeveelheden glucose los de bloedbaan in. Hiermee wordt de bloedglucose, tussen de maaltijden, op peil gehouden.

Zolang de alvleesklier voldoende insuline produceert en het lichaam hier goed op reageert (er geen sprake van insulineresistentie is) kan de bloedglucose in een gezonde range worden gehouden.

Als je geen of onvoldoende insuline hebt beginnen de lichaamscellen af te sterven. Ze breken vet af voor energie. Hiermee komen deeltjes vrij die ketonen worden genoemd. Dit is te herkennen aan een adem die naar aceton ruikt, misselijkheid en een droge mond.

Indien het lichaam onvoldoende in staat is om de ketonen af te voeren (via de urine) dan ontstaat er een levensbedreigende situatie die ketoacidose wordt genoemd. De ophoping van ketolichamen maakt het bloed zuur.

Of er sprake is van een ketogene toestand kan worden vastgesteld met zelfcontrole meetapparatuur. Er zijn ook apparaatjes waarmee je zowel de bloedsuikers als de ketonen kunt meten.

Tips voor diabetici

Als je diabetes type 2 hebt dan is het essentieel dat je bloedsuikers niet te hoog worden. Hiervoor is het belangrijk dat je insulineresistentie lager wordt; indien je lichaam weer beter op insuline reageert dan kan het de glucose beter opnemen.

Het zijn de (chronisch) hoge bloedsuikers die voor de complicaties zorgen. De meest bedreigende complicaties zijn hart- en vaatziekten. Daarnaast zijn er tal andere ernstige complicaties zoals zenuwschade, diabetische voeten, oogproblemen, nierproblemen en gehoorverlies.

Nu kan je dit doen door insuline te spuiten, hiermee hou je echter het probleem van de ongevoeligheid voor insuline in stand.

Het lichaam zal alleen maar ongevoeliger worden voor insuline naar mate je meer in je lijf spuit. Op den duur zullen je voeten hun gevoel verliezen waardoor het risico bestaat dat deze geamputeerd moeten worden.

Insuline spuiten is omkeerbaar

Insuline spuiten is dan ook symptoombestrijding. Op de lange termijn heb je er veel meer baat bij als je het probleem bij de wortels aanpakt: bij de insulineresistentie.

Indien je momenteel insuline spuit dan mag je hier niet zomaar, op eigen houtje, mee stoppen. Doe dit altijd in overleg met je behandelend arts.

Wanneer je onderstaande tips consequent toepast dan zal je zien dat je steeds minder insuline nodig hebt en op een gegeven moment zelfs mag stoppen met insuline spuiten en/of medicijnen slikken.

Om er voor te zorgen dat je bloedglucose niet te hoog wordt kan je een aantal leefstijl aanpassingen doorvoeren in je routines. De basis is altijd een gezond gewicht. Dit is zelfs nog effectiever voor de bloedglucose dan het is om medicijnen te gebruiken (bron).

Tip #1: val af

Het is het visceraal vet (orgaan vet) wat rondom de lever en alvleesklier opgeslagen ligt dat zorgt voor de insulineweerstand (bron, bron, bron, bron).  Zolang er veel vet rondom deze organen ligt opgeslagen blijft je lichaam ongevoelig voor insuline. De gevoeligheid hersteld met het verdwijnen van dit overtollige viscerale vet.

Er zijn verschillende manieren om een gezond gewicht te bereiken. Bepaalde dieetvormen zijn echter niet echt geschikt voor mensen met diabetes. Voorbeelden zijn het vetarme dieet en het eiwit dieet.

Beter zijn dieetvormen waarbij je niet alleen afvalt maar gelijktijdig ook de bloedsuikers omlaag brengt. Zo is het koolhydraatarme dieet bij uitstek geschikt voor mensen met diabetes. De naam van dit dieet verklapt al dat je minder koolhydraten gaat eten, dit is natuurlijk gunstig voor je bloedsuikers.

Een ander dieet wat geschikt is het paleo dieet, bij deze dieetvorm eet je geen geraffineerde koolhydraten meer wat ook weer goed is voor de bloedglucose.

Intermittent fasting

Een dieetvorm (het is niet echt een dieet) die ook geschikt is voor mensen met diabetes is intermittent fasting. Door het overslaan van maaltijden wordt de insulineweerstand en de bloedglucose verlaagd (bron).

Intermittent fasting betekend het vasten met tussenpozen. Dit hoeft geen extreme vorm te zijn (waarbij je een dag of langer helemaal niets eet) om er profijt van te hebben. Ik zou dit zelfs willen afraden voor mensen met diabetes die nog nooit hebben gevast.

Als je kijkt naar hoe mensen eten dan zie je dat ze vaak 3 maaltijden per dag eten en dan ook nog tussendoortjes eten. Hierdoor zijn er vaak 5 of 6 eetmomenten per dag. Je zou misschien denken dat zoveel eetmomenten gunstig zijn omdat ze de bloedglucose stabiel houden. Dit is echter niet het geval, de vele eetmomenten zorgen er alleen maar voor dat je ongevoeliger wordt voor insuline.

Het is daarom veel beter om het aantal eetmomenten te beperken tot 3 per dag. Of nog beter: tot 2 per dag. In mijn artikel over intermittent fasting leer je alles over deze dieetvorm.

Als je intermittent fasting wilt gaan doen terwijl je diabetes hebt volg dan goed het stappenplan zoals ik deze hier heb beschreven en meet regelmatig je bloedglucose.

Tip #2: eet de juiste koolhydraten

Niet alle koolhydraten hebben hetzelfde effect op je bloedglucose. Dit heeft te maken met de snelheid waarmee de koolhydraten worden afgebroken tot glucose en door het bloed worden opgenomen. Hoe complexer een koolhydraat is hoe langer het duurt voordat deze is afgebroken tot glucose.

De snelheid waarmee de glucose in de bloedbaan komt heeft ook te maken met de aanwezigheid van vezels.

Zo zitten er in fruit relatief veel suikers (koolhydraten) maar deze worden relatief langzaam door het bloed opgenomen. Dit komt omdat de vezels voor een soort gellaag aan de binnenkant van de maag en dunne darm zorgen die als een soort buffer fungeert.

Als een voedingsmiddel de bloedglucose snel doet stijgen dan is dit ongunstig, door de piek in de bloedglucose is er veel insuline nodig. Na de snelle stijging zal de bloedsuiker overigens ook weer (te) snel en te veel dalen waardoor er alweer een hongergevoel optreed.

Door de snelle daling van de bloedsuikers krijg je weer behoefte aan snelle koolhydraten, zodat de bloedglucose kan herstellen. Hierdoor stijgt de bloedglucose weer te snel zodat deze cyclus zich maar blijft herhalen.

Daarom zal je gezonde (langzame) koolhydraten moeten eten. Deze geven langzaam hun glucose af aan de bloedbaan. Hierdoor is minder insuline nodig en heb je langer energie zonder dat je een paar uur later alweer overvallen wordt door honger.

Hier vindt je een uitgebreide lijst met voedingsmiddelen die gezonde koolhydraten bevatten.

Hier de lijst met ongezonde koolhydraten; deze moet je zoveel mogelijk zien te vermijden en te vervangen voor de gezonde koolhydraten.

Tip #3: beweeg meer

Beweging is belangrijk omdat dit de insulinegevoeligheid verbeterd. Het is vrijwel direct merkbaar waardoor beweging erg effectief is voor het verbeteren van de insulinegevoeligheid (bron, bron).

Een half uur wandelen per dag is al genoeg maar meer mag natuurlijk ook. Een verbetering van de insulinegevoeligheid zal zich vertalen in een lagere bloedglucose.

Het beste beweeg je in de ochtend als je nog nuchter bent. Ga bijvoorbeeld eerst een half uurtje wandelen nadat je bent opgestaan.

Wil je graag sporten kies dan een sport die je graag doet. Een sport tegen je zin doen heeft op de lange termijn geen zin, dit ga je niet volhouden. Wat je doet maakt niet zo heel veel uit. Het gaat erom dat je door te bewegen glucose verbrand. Hou wel altijd goed je bloedglucose in de gaten, zeker als je net begint met sporten.

Tip #4: drink voldoende water, koffie of thee

Vooral ouderen krijgen onvoldoende signalen om hun vochthuishouding op peil te houden. Jaarlijks worden 20.000 ouderen in het ziekenhuis opgenomen met uitdrogingsverschijnselen.

Bij diabetes is het extra belangrijk om voldoende te drinken. Via de nieren kan je lichaam dan namelijk het overschot aan glucose afvoeren (bron, bron, bron, bron).

Het beste drink je gewoon (kraan)water. Alternatieven zijn zwarte koffie of groene thee.

Drink geen frisdrank, ook geen light dranken. En alcoholhoudende dranken kan je het beste helemaal vermijden.

Drink ook geen vruchtensap, dit bevat meestal net zoveel suiker als frisdrank en omdat de vezels eruit gefilterd zijn worden deze ook nog eens snel opgenomen.

Indien je bij een gelegenheden graag iets wilt drinken dan kies je het beste voor drank die weinig suikers bevat. Bijvoorbeeld een droge witte wijn of een gin met spa rood en een schijfje limoen in plaats van een rum-cola. Het advies is om maximaal 1 glas per dag te drinken maar beter drink je helemaal niets.

Het gevaar van alcohol

Het gevaar van alcohol is dat het na een aantal uren de bloedsuikers juist omlaag brengt. Dit komt omdat alcohol het vermogen van de lever om glucose aan het bloed af te geven remt. Hoe meer je drinkt hoe sterker dit effect.

Omdat dit juist op het moment is dat je ligt te slapen kan dit gevaarlijk zijn omdat je het dan niet opmerkt. Je kunt dan een hypo in je slaap krijgen. Meet daarom altijd goed je bloedglucose als je gedronken hebt, in ieder geval voordat je gaat slapen. Eet wat koolhydraten voor het slapen gaan om een hypo te voorkomen.

Tip #5: meet regelmatig je bloedglucose

Door regelmatig je bloedglucose te meten krijg je een goed inzicht in hoe je suikers reageren op voeding, beweging, rust en medicijnen. Hoe beter het inzicht hoe beter het mogelijk wordt om de bloedglucose binnen de bandbreedte te houden die wenselijk is.

Door het stabiel houden van de bloedsuikers kan de insulinegevoeligheid (bij diabetes type 2) herstellen. Bovendien wordt hiermee het risico op ernstige complicaties, zoals blindheid en het verlies van ledenmaten, verlaagd.

Tip #6: wordt bloeddonor

Zolang je suikerwaarden goed geregeld zijn mag je bloed doneren. Hiermee help je niet alleen anderen mensen maar je verbetert hiermee ook je insuline gevoeligheid.

Hoge ijzerwaarden in het bloed hebben een verband met een verhoogde insuline weerstand.

Door bloed te doneren breng je de ijzerwaarden omlaag (bron, bron, bron). Bij bloedarmoede moet je dit overigens niet doen.

Tip #7: gebruik supplementen

Bepaalde supplementen kunnen nuttig zijn. Zo helpt het kruidenextract berberine om koolhydraten af te breken in glucose, de insuline gevoeligheid te verbeteren en de bloedsuikers omlaag te brengen (bron). Het is zelfs effectiever dan sommige medicijnen (bron, bron).

Alfa-liponzuur verminderd de insuline weerstand (bron). In Duitsland is dit een geregistreerd geneesmiddel maar in Nederland is het gewoon in de vrije verkoop te krijgen.

Andere nuttige supplementen zijn glucomannan, biotine, fenegriekzaden, appelcider azijn, chroom, kaneel, magnesium, vitamine C, kurkuma en psylliumvezels. Hier ga ik uitgebreid in op deze supplementen en lees je precies wat ze doen.

Tip #8: vermijd stress

Vermijd zoveel mogelijk stress en leer met stress omgaan, dit is bevorderlijk voor je insuline gevoeligheid (bron).

Een manier om met stress om te gaan is door te mediteren. Dit is goed voor de insuline gevoeligheid (bron).

Tip #9: eet voldoende omega 3

Het is gunstig om veel omega 3 vetzuren in je dieet op te nemen. Dit reduceert de insulineweerstand, het cholesterol, inflammatie en bloeddruk (bron, bron, bron).

In mijn artikel over omega 3 vetzuren ontdek je de top 30 voedingsmiddelen die rijk zijn aan deze gezonde en belangrijke vetzuren.

De voedingsmiddelen uit deze top 30 zijn bij uitstek geschikt voor diabetici omdat ze geen of nauwelijks invloed hebben op de bloedglucose. Alleen de wilde rijst is rijk aan koolhydraten, deze worden echter maar langzaam tot glucose afgebroken.

Tip #10: zorg voor voldoende slaap

Uit onderzoek blijkt dat onvoldoende nachtrust zorgt voor een verhoogde insulineresistentie, het is daarom belangrijk dat je voldoende slaap (bron). Probeer 7 tot 9 uur per nacht te slapen.

Meer tips en informatie

Wil je meer tips, of heb je (pre)diabetes, dan zal je zeker iets hebben aan de volgende artikelen:

Welk van de 5 buiktype heb jij? Doe de test en ontdek het direct (en hoe jij met jouw type een platte buik krijgt)

Wil je weten welke buiktype je hebt? En hoe je met jouw type een platte en strakke buik krijgt en effectief buikvet weet te verbranden?

Doe dan mijn test en ontdek het in slechts 2 minuten.

Je zal het volgende te weten komen:

• Welk type buik jij hebt
• Potentiële fouten die je maakt die jouw buikvet veroorzaken
• Wat jij kan veranderen om een mooie platte of strakke buik te krijgen

Start buiktype test